Les vrijdag 17 sept: MAAKSTRATEGIEËN
MISBAKSELS


Persoonlijk wordt ik erg blij van maken. Ik ga in mijn eigen werk vaak aan de slag vanuit materiaal en laat me leiden door het materiaal en met name door het experiment en door falen.

Vandaag is maken ook mislukken. Het verschil zit hem in het moeten. NU MOETEN, in een Richting, in Nu en samen Produceren vanuit een "niet eigen" materiaal. Voor mij is duidelijk dat ik in ieder geval een (ver) binding nodig heb om tot fijn maken te komen. Marcel Wanders (zie podcast onderaan) zegt hierover dat hij besloten heeft dat hij er altijd uitkomt, maar dit kan wel tijd kan kosten. Tijd is echter het element dat we in het onderwijs vaak niet hebben. De les is nu en duurt x minuten waarin het moet gebeuren. Hier komt het beleid en meten weer om de hoek.
Ik haal hieruit dat BEREIDHEID het BELANGRIJKSTE INGREDIENT is. Niet proberen is dan eigenlijk geen optie meer. Maar hoe maak je het proberen inzichtelijk/ tastbaar = meetbaar?


Er waren wel 2 momenten waar ik wel 'aan ging'. Dat was het moment dat ik het woord cupcake op ging schrijven. Taal is belangrijk voor mij en alleen al de woorden opschrijven was een mooi startpunt voor mij om met taal/woorden (en papier?) aan de slag te gaan. Het tweede moment was in de supermarkt toen de hoeveelheid roze opviel. Toen begon er ook van alles te stromen en ben ik roze verpakkingen gaan vastleggen. Deze overdaad aan roze beeld was ook een mooi startpunt om voor mezelf te starten met maken.

Deze dag werkte ik in een trio. Ik kan prima samenwerken en 3 weten meer dan 1 en kunnen meer 'meters maken'. Het is dan wel voorwaarde dat de neuzen dezelfde kant op staan. Met name met positieve zin/energie om uberhaupt aan de slag te gaan.

En soms, soms kan het ook gewoon zo zijn dat er niets uitkomt. En dat is soms ook OK. Ik heb hierdoor iig meer zicht en begrip voor leerlingen die deze stappen ook doormaken en vastlopen omdat ze nu moeten met onderwerpen enof materialen waar ze niet op aan gaan. Of dat ze moeten samenwerken met iemand waar ze geen zin in hebben, niet zo aardig vinden of denken er niets mee gemeen te hebben.










Leren door maken
Retour
Startpagina
Ik werd getriggerd door de opmerking/vraag van Freddy wanneer is iets af?

Als ik naar mezelf kijk, weet ik eigenlijk wel wanneer iets af is. Zelfs als beginnende kunstenaar. Maar doordat ik nu beter weet wie ik zelf ben en daardoor zekerder ben in mijn kunstenaar/maker zijn, vertrouw ik hier ook veel meer op. Het verschil tussen de leerlingen en ik is dat ik weet dat ik maker ben. De leerlingen aan wie ik les geef weten dit niet, of al niet meer. Groep 5 is mijn jongste groep waar ik les aan geef en die zitten al veel in de ik weet nu hoe het "echt" moet/ hoe het hoort. Dat is voor hen vaak de enige manier en ze willen dit ook zo uitvoeren. Daarnaast is het zwart /wit denken, iets is GOED OF FOUT heel sterk aanwezig. Dit remt kinderen in hun (vrije)maken. Marcel Wanders zegt hierover dat hij de vraag of iets af is onzin vindt. "als het een geheel is, is het af'

Ik kreeg hierdoor zin om een les te ontwerpen over de vraag Wanneer is iets een geheel? I.r.t. samenwerken en groepsvorming. Marcel Wanders zegt hierover: "Samen kun je iets wat je alleen niet kan"
EDUCATIE OOG & OOR

Bij lessen en presentaties kijk en luister ik steeds meer vanuit een educatieperspectief. What's in it for me als leerling? Wat is de leeropbrengst? Gaat het om de verteller of de luisteraar? Vanuit welk perspectief wordt de les/boodschap verzonden?

Bijvoorbeeld bij de onderzoeks presentatie van Arif Abdillah.

Wat neem ik mee uit de verhalen/onderzoeken van Skiep en film...

Wat me steeds vaker opvalt is hoe mensen presenteren/hun kennis/verhaal delen. Ik bekijk en beluister het veel meer vanuit de rol van leerling.
Wat zit er in het verhaal voor de leerling. ( iedereen kijkt en luistert op zijn eigen manier en met zijn eigen bagage, kennis en context. Je neemt er als het goed is altijd iets van mee/ tot je.
Maar wanneer is de leeropbrengst groter:
Bijv: de vragen die film.. stelde aan ons gingen over hem ipv over zijn publiek. Bevestiging voor hem ipv input voor ons.
De workshop in de fabric station was veel te groot. Het ging over identiteit en Alter ego's en over sustainability. 2 enorme onderwerpen. Er waren huiswerkopdrachten bij waarvan de relevantie en bedoeling vooraf niet duidelijk was. Hierdoor waren de (leer) opbrengsten van het huiswerk beperkt. Vervolgens werd er naar een concrete vorm overgegaan waarbij iedereen een zelfde opdracht/vorm moest uitvoeren die vooral bestond uit versieren. Het ging daardoor om het eindresultaat ipv om jouw proces.
Taal als materiaal

Ook zonder te hardop te praten kun je taal inzetten. Maken met je zintuigen, Beeldtaal, lichaamstaal enz.

MAAKSTRATEGIEËN

* SENSE MAKING | unsense making - (omgeving)
zichtbaar maken door zintuigen inzetten.
* MAKING AS DIALOGUE - conversation piece | ontmoeten |
publieksparticipatie | contact-aandacht
* MAKE TO EXPERIMENT - testen van idee
* UNMAKING - duurzaamheid | relatie tot dingen
* MAKE TO CONSTRUCT - techniek en vaardigheden
* MAKE TO FLOW - maken als activatie
* EMBODIED MAKING - lichamelijkheid betrekken |
samenwerken | sociaal | persoonlijk begrip-groei

Met name MAKING AS DIALOGUE en SENSE MAKING sluiten aan bij mijn eigen maak-werk als Artist Educator.

Mijn eerste ontwerp onderzoek vorig jaar:(sp)OREN en de actualiteitenavond: lineaire en gevoels- tijd. Ook in mijn stage lessen zijn gebaseerd op het zelf ervaren en in gesprek met elkaar. Daarnaast gaat het vaak om samen ervaren. Wat er leeft zichtbaar maken door het inzetten van kunst als vertaler & verbinder.

Het (fysiek) gesprek over het gemaakte is voor mij een cruciaal onderdeel van het maken.






VALCLUB

Bij vallen denk ik met name aan falen, aan mislukken. Dit mislukken staat voor mij in het positieve. Juist door te doen, te proberen leer en ontdek je. Wat niet werkt, maar vooral wat wel werkt. veel ontdekkingen zijn per ongeluk gedaan doordat er iets mislukt en er een andere uitkomst was dan beoogd. Zoals Peniciline, Coca Cola,Magnetron, Silly Putty. De laatste geeft aan dat een functionele toepassing gen vereiste is.

Wilco van de Publishing Station maakte een opmerking over experimenteren dat het niet zomaar iets doen is. Vaak zeggen studenten aan dat ze maar wat aan het experimtenteren zijn. Dit is vaak niet waar, ze hebben onbewust al wel nagedacht over wat ze willen proberen/testen. Ze zijn nieuwsgierig naar de uitkomsten daarvan. Ik moet hierdoor denken aan Alice in Wonderland: Als je niet weet waar je heen gaat maakt het ook niet uit welke kant je op gaat.(ik typte per mooi ongeluk Ownerland ;-) eigenaarschap) Gewoon maar iets doen om het doen is vaak meer onbewust bewust gedreven dan je, je bewust bent. Als je daar mee kan spelen ben je weer een vakje verder in de Maslow bewust bekwaam.

ONTWERPONDERZOEK: (sp)OREN.
Sociale straateducatie met en door buren. Samen vertellen en delen we onze STRAATVERHALEN. Door middel van eigen sporen en woorden van deur naar deur maken we de verbanden tussen buren aan elkaar zichtbaar. (de onzichtbare, waar geen verbanden zijn worden zo ook zichtbaar)
KWALITEITENSPEL om het groepsgevoel te bevorderen. Stageles voor groep 6. Op basis van vragen m.b.t. positiviteit en de groep hebben de leerlingen zelf de categorieën bepaald die ze vervolgens samen (FYSIEK) VERBEELD en gefotografeerd hebben. Hiernaast beelden uit de categorie LUISTEREN.
TAAL
VAKOVERSTIJGEND
INSPIRATIE
Maatschappij
&
Educatie
STAGE
Onderzoek
&
ONDER-WIJS & VISIE
VERBINDEN
Techworkshop
Back to the Future: Ervaren vanuit een totale Black out en begrijpen hoe AI werkt

(Voor) ONDERZOEKen
o.a. maakworkshops academie |bezoek Art lab Zoetermeer | Gastpresentatie MU | gesprekken over NFT’s, De code van creativiteit enz.
Dit alles was zeker nodig om mijn inner-techie te activeren. Tot nu toe was ik wel gefascineerd door het idee van maakbaarheid en de maakbare mens. Maar ik ging techniek liever uit de weg, want ik ben niet technisch, dus ik wil niet, dus ik doe niet enz. (zie hier ineens alles van de modules eens samenkomen (o.a. wat is materiaal, werking brein, (zelf) onderzoek enz.
Van ik vind NFT (non fungible token) stom! Naar hoe komt het dat ik dit stom vind?
In het kort: kinderen van nu groeien op met digitalisering als standaard. En is er geen verschil tussen de oude analoge en nieuwe digitale wereld voor hen. Dat is hun enige wereld en normaal. Voor mij is de oude analoge wereld de standaard en komt deze nieuwe wereld erbij. Dit helpt me om beter te begrijpen waar zij vandaan komen en waarom ze soms handelen zoals ze handelen. Ik kan me beter verplaatsen ipv te (ver) oordelen wat ik weer in kan zetten in mijn lessen.

Wat mij is opgevallen bij de workshop: Inhoudelijk en effect
* Mooi (bij)effect van de workshop was de ontdekking van het niets. Wat dat nu is en hoe lastig het is om daar vorm aan te geven. De eigen kennis die er altijd al is waar je op voort
borduurt (scaffolding) en die tegelijk (nog) niet toereikend is om abstract te denken en te vertalen in wat je nog niet weet. (fases van Piaget):
• Het gebrek aan linken leggen tussen basismaterialen/ ingrediënten an sich en een eindproduct.
• De vanzelfsprekendheid dat alles er al is: melk komt toch gewoon uit de supermarkt! benadering.
• Hoe moeilijk het is om vanuit niets te kunnen denken. (loslaten en ont-weten)
• Het inzicht dat ik per definitie de digitale wereld anders beleef dan mijn leerlingen.
• Tech en embodied learning gaan prima samen. Embodied learning is meer dat alleen lijfelijk ervaren.
* Het doel van onze workshop hebben we met onze inhoud en vorm zeker bereikt. Het tastbaar en zichtbaar maken van analoge en digitale werking is een uitgangspunt waar we veel
meer mee kunnen. Dat is een fijne nieuwe tool/materiaal om in te kunnen zetten.
• Blenden van onderdelen blijft bij mens 1+1 als zodanig apart herkenbaar. Het ene is aan het andere toegevoegd. Bij de computer is het meer een echte samensmelting van
onderdelen. Vaak kan je niet meer echt herkennen wat het is.
* Vooralsnog? zijn we als mens veelzijdiger en dus creatiever zo lijkt het in ons denken. De computer levert 10 x een variatie van hetzelfde, terwijl de mens met gemak 10 totaal
verschillende mogelijkheden op tafel legt.

Wat viel mij verder op? Handelen van leerlingen
* De grote van impact en invloed van games op het denken en handelen van de leerlingen (tijdens de workshop)
• De verbinding kunnen leggen tussen spelen met de analoge en digitale werelden
• De beperkte attentiespanne van leerlingen.
* Het gebruik van labels (adhd/ autisme) als excuus dat dingen niet lukken. Alsof dat een excuus is om (nieuwe) dingen niet te proberen.
• De afhankelijkheid van de telefoon als overlevingsgereedschap.
• Groepsdynamiek, de verhoudingen tussen de leerlingen en hoe dit gedrag en resultaat beïnvloedt (in een kleine groep).
• Dat de verbeeldingskracht van de mens zo groot is en hoe mooi je die met een paar goed ontworpen lesvormen kan triggeren. De energie die dan vrijkomt. Heerlijk!

* Wat pas ik aan?
• Telefoons blijven in je tas (wij gingen uit van een schoolsituatie, de kinderen van buitenschools waar andere regels gelden)
• Vooraf het programma doornemen qua verwachtingen management. Dit geeft wellicht meer rust en iig duidelijkheid richting de leerlingen.
• Vooraf was ons verteld dat we na de workshop feedback zouden krijgen van de leerlingen. Ze moesten echter om 15:00 weg voor een andere workshop waar wij niets van wisten.
(onze afspraak met de faculteit was tot 15:15) Wij hebben er wel zaken uitgehaald door onze begeleiding en vragen maar de leeropbrengst voor de leerlingen had groter kunnen
zijn. Achteraf blijkt dat we een aantal weken later alsnog feedback krijgen vanuit een extern overleg met de leerlingen en de faculteit. (hier heb ik gedachten over die ik voor nu
laat)
• Er ging nog meer niet zoals we bedacht hadden tijdens de evaluatie. Allemaal zaken die we helaas door de abrupte eindtijd niet op konden pakken.
• Na stap 2 de woorden alvast destilleren uit de mindmap als de leerlingen werken aan stap 3. Dan kunnen ze direct aan de slag als ze zelf digitaal gaan onderzoeken. Als er dan nog
tijd over is mogen ze die zelf invullen qua zoektermen en spelen en zelf ontdekken met het programma. Hier hadden we meer tijd voor kunnen plannen en duidelijke instructies qua
minimale output.
• Bij stap 3 gebruik maken van individueel tekenmateriaal ivm flow en kopiërtijd. Het kopiëren heeft mijn voorkeur omdat je zo de originele startbeelden nog hebt om op terug te
kijken bij de evaluatie. (en kinderen vinden het lastig om afscheid te nemen van hun “eigen” werk. Delen en kapotmaken geeft emotionele reacties waar je op dat moment iets mee
moet wat ten koste van de flow gaat.
• Bij stap 3 de mindmap omzetten in beeld kunnen de leerlingen wellicht meer kaders gebruiken.
• Stap 4 hebben we om diverse redenen niet kunnen doen. Dit is jammer omdat het een essentieel onderdeel is van het proces hoe AI werkt. Door tijdgebrek bij de evaluatie kan ik
niet inschatten wat de eventuele mindere leeropbrengst nu was.

Wat neem ik mee?
* De verbinding kunnen leggen tussen spelen met de analoge en digitale werelden
• Verschil in type kind
Dit was een mooie overzichtelijke groep (6 leerlingen) om verschillende type leerlingen en gedrag te kunnen herkennen.
Als ik alleen lesgeef aan een groep van ca. 20 leerlingen is dit lastiger.
Als ik de verschillende types sneller kan herkennen kan ik ze ook erkennen en op hun gedrag= behoefte? inspelen. Hier wil ik meer mee oefenen.
• Dat de verbeeldingskracht van de mens zo groot is en hoe mooi je die met een paar goed ontworpen lesvormen kan triggeren. De energie die dan vrijkomt. Heerlijk!
• We zijn als klasgenoten niet ingespeeld op elkaar als docent. We weten niet wat elkaars stijl van lesgeven is en de manier van reageren op situaties. Met mijn stagebegeleider heb
ik dit inmiddels wel en dat werkt heel fijn en veilig en geeft voor iedereen rust en een grotere leeropbrengst.


* Vanuit de theorieën van Scaffolding en de fases van Piaget lijkt het me interessant om verder te onderzoeken hoe ik mijn lessen voor zowel PO als voor VO kan inzetten. Mijn lessen
bevatten een gelaagdheid en complexiteit die op het eerste (ervaren docenten) gezicht beter bij VO lijken te passen. Ik snap dit maar, ... Nu ik het lessen ontwerpen beter in de
vingers heb en eigen kan maken. Kom ik door die ervaring en reflectie tot de het idee/ bevinding dat mijn lessen zeker ook in PO werken. Maar hoe meet je dit soort lessen in l
leeropbrengst? Dit brengt me weer bij mijn onderzoeks interesse:(Meet en beoordeling) Systemen bevragen. Hoe kun je, je bewegen in systemen?







Het toneel als materiaal

Ik werd net getriggerd door de opmerking van Ellen in een comment op het blog van Joey. Over educatief materiaal maken voor een tentoonstelling. Dat neem ik mee. Ik heb de laatste tijd veel ervaring opgedaan met theaterlessen, theater en muziekdocenten. Ik merk dat ik blij wordt van de ruimte die toneel je letterlijk en figuurlijk geeft. Je werkt en maakt anders beeldend. (dan in een beeldend lokaal)

Dit sluit aan bij mijn wens om samen verhalen maken, schrijven, spelen.
STORYtel-LE(r)S?
geluidsopname toevoegen van Gabberles?
motorrijden op outsiders.
Verschillende type leerlingen herkennen.

Ik vind dit interessant om zo meer bergip en inzicht in het handelen van leerlingen te krijgen zodat ik ze beter kan begeleiden op een manier die bij hen past.
Boek over de werking van algoritmes. De schrijver gaat op zoek naar een antwoord op de vraag of creativiteit door techniek overgenomen kan worden van de mens.
pdf
PDF naar lesopzet